top of page

Interview met Mevr. Man

Bijgewerkt op: 1 apr. 2023

Onderstaand interview staat in het jubileumboek 50 Jaar Federatie van Amsterdamse Amateurtuinders dat werd uitgegeven in het jubileumjaar 2005.


Mevrouw, ik probeer mij voor te stellen hoe het terrein waar nu de Federatie ligt, er uit zag toen u met uw man voor het eerst kwamen kijken. Kunt u dat omschrijven?

Het was een kale vlakte waar met heggen aangegeven was waar de toekomstige tuinen aangelegd konden worden. Op elke stuk grond stond aan de slootkant een boompje. Voor de rest stond er niets, geen bank, geen keet of schuurtje geen toiletten. Alles moest nog aanlegt worden. Septictanken waren er nog niet men moest voor het toilet een put graven met een deksel, die regelmatig geleegd moest worden

Er werd streng gecontroleerd of je niet op de sloot loosde. Later werden er septictanken geplaatst die mijn vader Steef Visser nog voor ons en aantal andere tuinders heeft aangelegd. Wel was er op het complex voor drinkwater gezorgd, doordat er een aantal kranen waren geplaatst waar je met een emmer water kon halen! De met heggen afgebakende grond waren verschillend van oppervlakte. Er was voor de nieuw komende tuinders een volstrekte vrije keuze. Rondom het complex liepen nog koeien in het weiland. Het eerste wat wij deden was de boel omspitten en bemesten. Er zaten om het complex heen nog veeboeren. Om onze tuin te bemesten haalde mijn man de mest vanaf het weiland, verser kon het niet. Wij hadden een tuin vrijwel direct naast die van onze ouders en mijn broer, die hier nog steeds een tuin heeft.


Was dit uw eerste tuin?

Nee, mijn ouders en wij hadden een tuin bij de Amstelveenseweg. Dat complex heette de Vrije Tuinders. Daar moesten we weg voor de stadsuitbreiding. Wat we mee konden nemen namen wij mee. Hierbij moet men wel rekening houden dat we in een tijd leefde dat we het niet breed hadden, we waren ons land nog aan het opbouwen zo'n negen jaar na de tweede wereldoorlog. We zaten op een paar straattegels ons brood te eten, het was echt pionieren.


Waarom namen u en uw man weer een tuin? Er moest toch weer helemaal opnieuw begonnen worden?

We waren nog jong en bovendien hield mijn man van tuinieren. Belangrijk was ook dat de kinderen heerlijk buiten konden zijn, ze zijn opgegroeid op en met de tuin. Langzamerhand begonnen we te bouwen aan een tuinhuis van 2e hands hout, die met een gehuurde bakfiets werd opgehaald. Om aan te geven in wat voor een tijd wij leefde, mijn vader trok oude spijkers uit het hout en sloeg deze met een hamer recht om ze weer te gebruiken. Auto's hadden we nog niet. Alles ging als je dat bezat op de fiets met fietstassen en de kinderen achterop.

Wat heel belangrijk was, er bestond een grote samenwerking onder de nieuwe tuinders. Er werd vaak niet over betalen gesproken we ruilden onder elkaar. Zo kwamen we aan onze spullen, die we nodig hadden om de tuin op te bouwen. Wat voor huur wij moesten betalen in het begin weet ik niet meer, maar ik heb nog wel een schrijven van 1960 toen we totaal Fl. 32,02 betaalde. Op enkele uitzondering na ging ieder jaar het bedrag omhoog. Wat mij bijgebleven is dat na de beginjaren de huisjes verschenen en een clubhuis gebouwd werd.

Voor de kinderen werd veel georganiseerd. Ook mijn kinderen hebben daaraan deelgenomen. Er werd o.a. gewandeld en voor de ouderen werden bloemschikken en het maken van stukjes van eigen geoogst fruit georganiseerd. Jo Wardekker heeft zich vanaf het begin daarmee lang beziggehouden en daarbij een grote bijdrage geleverd. De voorzitter van de Federatie was in het begin geloof ik dhr. Peelen die later door dhr. Gans werd opgevolgd. Na het overlijden van mijn man in 1991 heb ik de tuin aangehouden, en doe het onderhoud van de tuin nog zelf. lk spit de tuin zelf nog om en wil dit ook zelf, ondanks dat ik een goed contact heb met mijn zoon en dochter. lk heb alleen hulp nodig om het water 's-winters af te sluiten, omdat de deksel van de put waarin de kranen zitten voor mij te zwaar is om te verwijderen.

Mevrouw Man bedankt voor uw medewerking met het geven van een indruk van de eerste jaren van het bestaan van de Federatie.


Bron: Jubileumboek 50 Jaar Federatie van Amsterdamse Amateurtuinders, 2015


bottom of page